
Beats me! Zoekt en gij zult vinden
In artiestencontracten is vaak een onderzoeksrecht voor de artiest opgenomen, ook wel auditrecht genoemd. Wat kan je als artiest nu met zo’n onderzoeksrecht? Een vrij standaard auditclausule ziet er zo ongeveer als volgt uit:
“De ARTIEST heeft het recht om de aan hem gedane afrekeningen te laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. Indien meer dan 3 jaar is verstreken nadat een afrekening over een betreffend contractjaar door ARTIEST is ontvangen, vervalt het recht van ARTIEST om de juistheid daarvan te betwisten. Indien uit het onderzoek van de accountant de over een bepaald contractjaar verschuldigde royalties 5% (vijf procent) hoger blijken te zijn dan aan hem is opgegeven en uitgekeerd, komen de kosten van het accountantsonderzoek voor rekening van de MAATSCHAPPIJ.”
Dit recht op een audit geeft de mogelijkheid om de boekhouding van de platenmaatschappij – gerelateerd aan de periodieke exploitatieopbrengsten van de artiest – te laten controleren door een accountant. Als blijkt dat het label fouten heeft gemaakt in de afrekeningen en deze fouten de (voorbeeld)marge van 5% overstijgen, dient het label niet alleen het tekort alsnog aan te vullen maar dienen ook nog eens de accountantskosten van de artiest betaald te worden. Het kunnen teruggaan in de tijd is daarbij vaak contractueel ingeperkt. In ons voorbeeld zou een artiest in principe maar drie jaar terug in de boekhouding kunnen. Nu het afgeven van statements en het correct betalen van royalties wezenlijke verplichtingen voor platenlabels zijn, zouden dergelijke administratieve fouten juridisch ook gevolgen kunnen hebben voor de contractsrelatie.
Het klinkt allemaal mooi, in de praktijk blijkt dat artiesten terughoudend zijn met het inzetten van hun auditrecht. Redenen daarvoor zouden kunnen zijn de vaak hoge kosten van zo’n accountantsonderzoek en de gedachte dat het uitvoeren van een audit de relatie met het label zou kunnen verstoren. Niettemin moeten ook artiest op hun strepen staan als het gaat om fouten in statements en afrekeningen. Wees altijd kritisch en trek aan de bel als blijkt dat foutieve administratieve informatie wordt verstrekt. Indien het label na enkele kattebelletjes nog steeds niet in staat blijkt correcte statements af te geven, kan het auditrecht een prima middel zijn om de vinger op de zere plek in de administratie van het label te leggen. Wanneer je een audit vooraf goed bespreekt, hoeft deze actie ook niet als een motie van wantrouwen te worden opgevat. Om de kosten enigszins in de hand te houden valt het aan te raden een accountant vooraf te vragen om een inschatting te maken van de kosten van een audit.
Zoek de fout en gij zult vinden!Bjorn Schipper ([email protected]) en Maurits Meijboom ([email protected])
more insights
ADE: The people behind the scenes
Honored to be involved in ADE’s campaign this year. The portrait of Bjorn Schipper is a part of the ADE ’22 photoshoot by Krijn van Noordwijk. The series portrays the people that keep our scene alive and push our industry forward, and represent the entire range of electronic music.
19 October 2022
ReadInvesteringen zolderkamerproducers verdienen óók bescherming
In Muziekwereld 2017-4 schreef ik over de uitspraak van de rechtbank in eerste aanleg in de langslepende kwestie van *deejay*, producer en artiest Martin Garrix tegen zijn voormalige managementkantoor MAS Management (hierna ‘MAS’) en platenmaatschappij Spinnin’ Records. In het hoger beroep heeft het Gerechtshof eind 2019 een voor de Nederlandse muziekindustrie belangrijke uitspraak gedaan. In deze bijdrage voor *Muziekwereld* ga ik vooral in op de overwegingen van het Hof over het naburige recht van fonogrammenproducenten in relatie tot zogeheten ‘zolderkamerproducers’: artiesten/producers die hun tracks vooral ‘thuis’ in een eigen studio en/of met eigen instrumenten, apparatuur en/of software maken. Uit de uitspraak van het Hof blijkt verder dat het op 1 juli 2015 ingevoerde auteurscontractenrecht onder bepaalde omstandigheden reflexwerking kan hebben en tevens van toepassing kan zijn op overeenkomsten die strikt genomen géén exploitatieovereenkomst zijn.
09 June 2022
ReadNabuurrechtelijke erkenning voor zolderkamer producers
Op 17 december 2021 deed de Hoge Raad uitspraak in de langslepende zaak van DJ, artiest en muziekproducer Martin Garrix tegen zijn voormalige managementkantoor MAS Management (hierna ‘MAS’) en platenmaatschappij Spinnin’ Records. De uitvoerig gemotiveerde beslissingen van de rechtbank uit 2017 en het hof uit 2019 houden de Nederlandse muzieksector nog steeds bezig. Daar komt nu het arrest van de Hoge Raad bij. Ons hoogste rechtscollege overweegt dat het hof – in navolging van de rechtbank – op terechte gronden geoordeeld heeft dat Martin Garrix nabuurrechtelijk als fonogrammenproducent van zijn muziekopnamen moet worden beschouwd. Niettemin vernietigt de Hoge Raad de uitspraak van het hof vanwege onjuiste toepassing van het auteurscontractenrecht bij de beoordeling van de royaltybepalingen en eenzijdige verlengingsbedingen in de management- en productieovereenkomsten tussen partijen en het niet in behandeling nemen van Garrix’ (subsidiaire) vordering gebaseerd op de algemene redelijkheid en billijkheid.
01 January 2022
ReadDe zoete wraak van La Swift
In deze bijdrage voor Muziekwereld sta ik stil bij de inhoud van titelexclusiviteit in de vorm van heropnameclausules in artiesten- en platencontracten. De aan- leiding is een rel van heb ik jou daar tussen wereldster Taylor Swift (‘La Swift’) en haar voormalige manager en platenbaas. Deze rel kreeg in het afgelopen jaar veel aandacht in de media1 en laat stiekem zien dat (ook) de inhoud van een artiesten- of platencontract de carrière van een artiest kan maken of breken.
01 October 2021
Read