ellipse

Hoe zit het precies met dubbelgangers?

Plusone logo filled green

Hoe zit het precies met dubbelgangers?

Wat is een portret?

Bij een portret denken veel mensen als eerste aan portret- en pasfoto’s of aan een getekend portret van iemands gezicht. Dat zijn inderdaad portretten. In
juridische zin is het begrip ‘portret’ ruimer. Het portretrecht is in Nederland geregeld in onze Auteurswet. Dat is best opmerkelijk omdat het portretrecht weinig tot niets te maken heeft met de auteursrechtelijke bescherming van ‘werken’ zoals bijvoorbeeld ontwerpen, boeken, muziek en films. Voor de juridische betekenis van ‘portret’ moeten we hoe dan ook de Auteurswet raadplegen. Bij een portret gaat volgens de wetgever om ‘een afbeelding van het gelaat van een persoon, met of zonder die van verdere lichaamsdelen, op welke wijze zij ook vervaardigd is ’. De manier waarop het portret is weergegeven is daarbij niet relevant: schilderen, fotograferen, tekenen, beeldhouwen of bijvoorbeeld als onderdeel van een uitzending op televisie of live optreden of in de vorm van een hologram, het zijn allemaal portretten. De oplettende lezer ziet dat niet alleen gelaatstrekken een rol kunnen spelen bij de
inkadering van het portret. Ook kenmerkende lichaamstrekken van een persoon of een typische lichaamshouding kunnen gezien worden als een portret, zelfs als het gezicht van die persoon onherkenbaar is gemaakt. Het gaat er om dat die persoon aan de hand van die lichaamskenmerken- of houding herkenbaar is en dat zijn of haar identiteit kan worden vastgesteld . Denk aan het kenmerkende achterhoofd met dreadlocks van
Bob Marley, Michael Jackson met zijn hoed, haar en typerende danshouding en Freddie Mercury in zijn gele jasje met witte broek en microfoon tijdens het legendarische optreden van Queen voor een kolkende menigte in het Wembley stadion. De factor herkenbaarheid brengt met zich mee dat ook karikaturen en lookalikes een portret van iemand kunnen zijn.


Portretten: al dan niet in opdracht gemaakt

Een portret kan in opdracht van de geportretteerde gemaakt zijn, zoals bijvoorbeeld een pasfoto. Een portret kan ook juist niet in opdracht gemaakt zijn. Denk aan de fotograaf die voor een roddelblad of *juicechannel* vanuit de struiken aan de overkant van de straat stiekem een foto van een bekende artiest maakt. Bij eenin opdracht gemaakt portret regelen de artikelen 19 en 20 van de Auteurswet (Aw) dat de geportretteerde een aantal bevoegdheden heeft in relatie tot de maker/auteursrechthebbende van het portret, met name met het oog op het verdere gebruik van het portret. Bij niet in opdracht gemaakte portretten regelt artikel 21 Aw dat zo’n portret niet openbaar mag worden gemaakt indien een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen deze openbaarmaking verzet. Degene die is afgebeeld kan publicatie van zijn of haar portret verhinderen met een beroep op een redelijk belang dat zwaarder weegt dan het belang van degene die het portret openbaar wenst te maken. Let wel, het gaat hier uitsluitend over de openbaarmaking of publicatie van een portret. Het maken of reproduceren van een portret is onder normale omstandigheden toegestaan.


Portretrecht: niet in opdracht gemaakte portretten


Wanneer is sprake van een ‘redelijk belang’? In principe kan het bij deze open norm om twee verschillende rechtsgronden gaan: een privacybelang of een commercieel belang van de geportretteerde. Het privacybelang of -grondrecht van de geportretteerde vormt de kern van het portretrecht. Iedereen geniet juridische bescherming tegen inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en de lichamelijke integriteit. Het publiceren van een portret kan daar een inbreuk op vormen, bijvoorbeeld bij het ongewenst verspreiden van een
naaktfoto. Ook het ongewenste gebruik van een portret ter ondersteuning van commerciële reclame kan voor de geportretteerde een redelijk belang geven om iets tegen de reclameboodschap te kunnen doen . Het andere ‘redelijk belang’ is het commercieel belang van de geportretteerde. Het gaat hier om een vorm van exploitatiebescherming vanwege de bekendheid van de geportretteerde. Dit laatste wordt ook wel verzilverbare populariteit of goodwill genoemd. Zo hebben bekende artiesten, sporters en acteurs meestal een verzilverbare populariteit waarmee zij hun portret- en imagerechten commercieel kunnen exploiteren. Zij kunnen vanwege deze goodwill een vergoeding vragen voor het commerciële gebruik van hun portret in reclames en ter aanprijzing van producten, diensten of merken, zoals bijvoorbeeld merchandise. Het mogen gebruiken van hun portret is in zo’n geval aan een financiële voorwaarde gekoppeld. Hetzelfde kan gelden voor fotomodellen die voor de commerciële exploitatie van hun portret normaal gesproken een vergoeding kunnen ontvangen. Als een geportretteerde een redelijk belang kan inroepen dat zich tegen publicatie van zijn of haar portret verzet, wil dit niet automatisch zeggen dat publicatie van het portret verboden is. Er moet namelijk altijd eerst nog een belangenafweging gemaakt worden tussen het redelijk belang van de geportretteerde en
het belang bij publicatie van het portret. Daarmee geeft het portretrecht de geportretteerde zeker geen absoluut recht. Andere grondrechten zoals de informatie- en uitingsvrijheid kunnen onder de gegeven feiten en omstandigheden zwaarder wegen dan het redelijk belang van de geportretteerde. Denk aan de grote nieuwswaarde of informatieve waarde van een bepaalde publicatie met foto, zoals bijvoorbeeld de foto waarop Willem Endstra samen met Willem Holleeder te zien is, zittend op een bankje in Amsterdam. Doordat er altijd nog een belangenafweging moet worden gemaakt bij de vraag of een portret gepubliceerd mag worden, zal dit ook per situatie steeds opnieuw bekeken moeten worden. Welk redelijk belang heeft de geportretteerde, welk belang bestaat er bij publicatie van het portret en welk belang weegt in deze specifieke situatie zwaarder?

Lookalikes

Tegen deze portretrechtelijke achtergrond rijst de vraag hoe het zit met dubbelgangers van (bekende) artiesten. De Nederlandse rechter heeft al eerder geoordeeld dat een lookalike een portret kan zijn. Hetzelfde kan gelden voor karikaturen, strippersonages en characters van bestaande personen. Eerder dit jaar moest de Hoge Raad zich buigen over de vraag of het afbeelden van een lookalike van de bekende sporter, professioneel autocoureur en regerend wereldkampioen Formule 1 Max Verstappen in een reclamevideo op social media van online supermarkt Picnic als gebruik van zijn portret moet worden gezien. In het filmpje brengt de lookalike van Max Verstappen boodschappen rond, net zoals Max Verstappen op dat moment zelf deed in een landelijke televisiereclame van supermarktketen Jumbo. Waar de Rechtbank in eerste aanleg tot gebruik van het portret van Max Verstappen oordeelde, kwam het Hof in hoger beroep tot een andere conclusie door te overwegen dat het voor het publiek duidelijk is dat het niet om de echte Max Verstappen gaat en dat daarom geen sprake was van gebruik van zijn portret. De Hoge Raad over weegt dat een afbeelding van een lookalike, bijvoorbeeld in een filmpje, onder de gegeven feiten en omstandigheden een ‘portret’ van de persoon kan zijn op wie de dubbelganger lijkt. Herkenbaarheid van de afbeelding speelt daarbij een rol, maar zeker ook dat bijkomende omstandigheden deze herkenning kunnen vergroten, zoals bijvoorbeeld de manier waarop de lookalike gepresenteerd wordt aan de hand van kleding en grime. Maar ook wat er verder nog in beeld wordt gebracht en de context waarin de afbeelding openbaar is gemaakt, kunnen van invloed zijn op de herkenbaarheid om van een ‘portret’ te kunnen spreken. Dat mensen zien dat het om een lookalike en niet om Max Verstappen zelf gaat, brengt hier geen verandering in. De afbeelding van de lookalike van Max Verstappen in de commercial van Picnic is daarmee gebruik van een portret van de echte Max Verstappen. De uitspraak van de Hoge Raad in de zaak van Max Verstappen tegen Picnic is in ieder geval goed nieuws voor (bekende) artiesten. Zij kunnen zich op basis van hun portretrecht ook verzetten tegen het afbeelden van
lookalikes in commerciële uitingen.

Bjorn Schipper is advocaat en oprichter van Schipper Legal in Amsterdam.

Lees de blog hier!

more insights

Een mooie overwinning voor het nachtleven bij onze oosterburen in Berlijn!

Afgelopen week draaide de Berlijnse bestuursrechter de beperking van de openingstijden van een restaurant gelegen in Prenzlauer-Berg, een bekende uitgaansbuurt in Berlijn, door de gemeente terug. De rechtbank was hierbij van oordeel dat de gemeente te weinig acht had geslagen op de meerwaarde van de organische ontwikkeling van een cultureel belangrijke uitgangsbuurt in de stad, en dat een dergelijke uitgaansbuurt speciale bescherming verdient. Hoe zien wij dat terug in Nederland? Een casus zoals deze in Berlijn is voor ons als advocaten en voorvechters voor festivals en nachtcultuur in Amsterdam en de rest van Nederland niet onbekend. als tegen verleende evenementenvergunningen bezwaar wordt gemaakt gaat het bijna altijd om bezwaren van één of enkele omwonende(n), die ondanks maatwerk en tegemoetkomingen door organisatoren vaak jaren achtereen blijven volharden in juridische procedures. De weigering van de gemeente Amsterdam om een vergunning te verlenen voor het iconische Pride event op het Amstelveld vorig jaar vanwege “excessieve overlast” die enkele omwonenden zouden ervaren staat hierbij nog vers in ons geheugen. Juist ook omdat het evenement naast enkele klagers een groot draagvlak heeft onder alle direct omwonenden van het Amstelveld. Ondertussen dreigt het uitgaansleven ook aan de voorkant steeds meer aan banden te worden gelegd, bijvoorbeeld door voorgenomen wijzigingen in het Evenementenbeleid Amsterdam. Een van de voorgenomen wijzigingen ziet op het vervroegen van de eindtijd voor evenementen op zondag: van 23.00 naar 22.00 uur. Onterecht en ongefundeerd als je het ons vraagt. Wij zijn van mening dat de gemeente bij haar keuzes niet steeds opnieuw de kaasschaaf zou moeten hanteren. De uitspraak van de Duitse rechter laat zien dat aan het uitgaansleven en de nachtcultuur ook een zwaar en speciaal belang mag worden toegekend, waar het belang van een enkele klager onder omstandigheden voor moet wijken. Dat is wat ons betreft in Nederland niet anders. Overheden mogen gaan staan voor het rijke nachtleven en festivallandschap dat ons land kenmerkt. Wij vinden dat in Nederland vaak te weinig acht wordt geslagen op de culturele en artistieke meerwaarde van het nachtleven en de festivals, zeker ook waar het grote steden betreft. Het gaat vaak om organische ontwikkelingen, zoals uitgaansbuurten en festivallocaties die soms al decennia gaande zijn en tot culturele ecosystemen zijn uitgegroeid waarin talentopwikkeling op en achter het podium plaats kan vinden. Wij strijden dan ook voor bescherming van de nacht- en festivalcultuur en het doet ons goed om te zien dat wij hierin niet de enige zijn.

11 August 2025

Read
View all