ellipse

Muziekrechten na de dood

Muziekrechten na de dood copy

Muziekrechter na de dood

Vorige maand werd bekend dat Anderson.Paak op de binnenkant van zijn onderarm een nieuwe tatoeage had laten zetten. Op zich niet echt bijzonder nieuws aangezien hij zijn lichaam al met meerdere tatoeages had versierd. De inhoud van deze nieuwe tatoeage maakt het echter wel heel bijzonder. Anderson.Paak maakt met zijn nieuwe tatoeage duidelijk dat hij niet wenst dat zijn nabestaanden en erfgenamen na zijn overlijden nog (demo)muziek van hem zullen (laten) uitbrengen die tijdens zijn leven niet is uitgekomen. De tekst van zijn nieuwe tatoeage luidt als volgt:

“WHEN I’M GONE. PLEASE DON’T RELEASE ANY POSTHUMOUS ALBUMS OR SONGS WITH MY NAME ATTACHED. THOSE WERE JUST DEMOS AND NEVER INTENDED TO BE HEARD BY THE PUBLIC.”

Klare taal van Anderson.Paak. Nog niet eerder uitgebrachte demo’s van zijn muziek – in de vorm van demo’s van opnamen en/of demo’s van manuscripten van liedjes – mogen na zijn dood niet uitgebracht worden. De demo’s zijn immers niet bedoeld om aan het publiek ten gehore te brengen. Het zijn niet voor niets demo’s. Een wilsverklaring van een artiest in de vorm van een unieke tatoeage. Hoe zit het nu precies met auteursrechten op muziekwerken en naburige rechten op muziekopnamen na het overlijden van de betrokken muziekauteur en/of uitvoerende artiest?

Auteursrechten na de dood: erfopvolging


Het auteursrecht kent een beschermingsduur tot 70 jaar na de dood van de maker, te rekenen vanaf de eerste januari volgend op het sterfjaar van de maker. Dit is geregeld in artikel 37 lid 1 Auteurswet (Aw). Indien sprake is van een gemeenschappelijk auteursrecht van verschillende makers – twee componisten schrijven samen de muziek van één liedje – begint deze termijn van 70 jaar te lopen op de eerste januari volgend op het sterfjaar van de langstlevende maker (artikel 37 lid 2 Aw). Daarnaast kent de Auteurswet voor muziekwerken die bestaan uit een compositie en een tekst en waarbij de componist en de tekstschrijver verschillende personen zijn, een vergelijkbare regeling waarbij de dood van de langstlevende muziekauteur bepalend is voor aanvang van deze termijn (artikel 40a Aw).

Auteursrechten zijn vatbaar voor erfopvolging (artikel 2 lid 1 Aw). Het gaat hier om de exclusieve auteursrechtelijke exploitatierechten: het recht op openbaarmaking en het recht op verveelvoudiging (reproductie) van een werk. Voor persoonlijkheidsrechten geldt een ander regime (zie hierna). Dat betekent dat bij overlijden van een componist en/of tekstschrijver zijn of haar muziekauteursrechten over kunnen gaan op de eventuele erfgenamen. Deze erfopvolging onder algemene titel leidt in beginsel vanzelf tot overdracht van auteursrechten aan de erfgenamen; anders dan voor gewone overdracht van auteursrechten is geen nadere akte – een ondertekend schriftelijk document gericht op het bewijs van overdracht en levering van auteursrechten – als bedoeld in artikel 2 lid 3 Aw nodig. In het geval er na overlijden van de muziekauteur geen langer levende echtgenoot of geregistreerde partner (meer) is, kunnen de auteursrechten op de muziekwerken alleen gezamenlijk door de erfgenamen worden uitgeoefend. Zij vormen dan met elkaar een gemeenschap en zijn ieder deelgenoot van die gemeenschap en als zodanig gerechtigd tot de auteursrechten. De handhaving van auteursrechten is wel op individuele basis mogelijk door een of meerdere erfgenamen, bijvoorbeeld in het geval van auteursrechtinbreuk.

Lees het gehele artikel hier!

more insights

View all